GROENLAND OPGESCHRIKT DOOR BRUINE MEREN

Er was de laatste tijd veel aandacht voor, de verandering van de meren in Groenland. Bekend als helderblauw veranderde ze in korte tijd naar vies, troebel en bruin water. Wetenschappers geven aan dat dit komt door een aantal maanden waarin het land te maken had met recorddroogte- en regenval. Dit soort grote veranderingen vinden normaalgesproken plaats in honderden jaren, en dus niet in een aantal maanden.

Hoe kan dit?

Het zal je niet verrassen, maar ook dit is een van de verontrustende gevolgen van klimaatverandering. Volgens de wetenschappers zijn de meren over een omslagpunt geduwd. Normaal gesproken is het een erg droog gebied met weinig stroom en rivieren maar hier kwam plots verandering in. De bodem was veel natter en de meren bruin. Het is niet alleen het uiterlijk van de meren dat veranderd is, volgens de wetenschappers zijn de meren fysisch, chemisch en biologisch veranderd. De oorzaak is dat het weer aan het veranderen is.

Atmosferische wat!?

Er was in het gebied sprake van een ongewone mix van weersomstandigheden en temperaturen. Waar het in West-Groenland normaal sneeuwt in het najaar, was er nu sprake van warmte en neerslag. Ook was de hoeveelheid neerslag veel extremer dan normaal door atmosferische rivieren, dit moest ik ook even opzoeken en blijken langgerekte slierten van warme, vochtige lucht te zijn. Toen ik hiernaar op zoek ging, kwam ik erachter dat dit steeds vaker voorkomt. Ook bij ons! Er wordt over gesproken dat atmosferische rivieren het temperatuurverschil vergroten waardoor we vaker te maken krijgen met intense stormen. Klimaatmodellen voorspellen dat ze tegen het einde van deze eeuw 50-290% vaker voor zullen komen in Groenland, het westen van Noord-Amerika, Oost-Azië, West-Europa en Antarctica.  Ondanks dat modellen voorspellen dat ze steeds vaker gaan voorkomen, kunnen de huidige klimaatmodellen de stormen nog niet altijd goed voorspellen.

Grote gevolgen…

Omdat permafrost, oftewel bevroren grond, extra hard smelt, zijn er ook vrijgekomen koolstof en metalen de meren in. Dit maakt de meren dus extra vervuild. In de normaal gesproken bevroren bodem, liggen namelijk grote hoeveelheden koolstof, ijzer en magnesium opgeslagen. Dat maakte het water niet alleen troebel en bruin, maar zorgt ook voor extra bacteriegroei. Dit is een groot probleem, omdat het water uit het meer vaak als drinkwater wordt gebruikt. Omdat het water donker is, komt er minder zonlicht in het water. Dit heeft weer nadelige gevolgen voor de biodiversiteit. Wat kunnen we hieraan doen? Een groep wetenschappers, waaronder Nederlanders, hebben een artikel gepubliceerd het wetenschappelijke magazine PNAS over de bevindingen. Een echte oplossing is er niet, maar het onderzoeksteam gaat in ieder geval onderzoeken of de meren weer uit zichzelf kunnen herstellen. Of dit ook echt kan gaan gebeuren is de vraag, uiteindelijk zal klimaatverandering alleen maar voor meer veranderingen zorgen en is het de vraag of het realistisch is om te streven naar ‘hoe het ooit was’.